Op de sabbat (de zaterdag) mochten de Joden volgens de wet, die door God zelf was ingesteld, geen werk doen. Toch geneest uitgerekend Jezus, Gods Zoon, op de sabbat een man met een verschrompelde hand. Sommige Joden zijn hierom boos op Hem. Dat maakt Jezus verdrietig. Snappen ze wel waar het echt om gaat?
Lees Marcus 3:1-6
Jezus genas veel mensen. Op het moment dat Hij de synagoge ingaat, letten de Joden sterk op Hem. Zal Hij wéér iemand gaan genezen? Want diep in hun hart hebben ze een hekel aan Jezus. Als Hij inderdaad weer iemand gaat genezen, hebben ze iets om Hem aan te klagen. De sabbat is een rustdag, en op die dag is het niet geoorloofd om te werken. En als Jezus iemand geneest, verricht Hij toch werk?
Het is alsof Jezus hun gedachten leest. Hij laat de man met de verschrompelde hand in het midden staan. Dan stelt Jezus de Joden een vraag, waaruit blijkt hoe absurd het wel niet zou zijn, als ze Hem zouden aanklagen om een genezingswonder op de sabbat. Hij zegt: (vers 4)
“Wat mag men op de sabbat doen: goed of kwaad? Een leven redden of vernietigen?”
Maar de Joden geven Hem geen antwoord op deze vraag. In vers 5 staat dat Jezus bedroefd is over “de verharding van hun hart”. De Joden zijn zo verblind dat ze niet meer snappen waar het echt om gaat. Jezus is bedroefd en tegelijkertijd ook boos.
Meer medelijden dan verachting
De Engelse Baptistenprediker C.H. Spurgeon schreef hierover: “Zijn zachtmoedig en nederig hart kon alleen door geweldige oorzaken tot boosheid worden opgewekt. Wij zijn er zeker van, dat Jezus met recht boos was. Toen onze Heere tot een blik vol verontwaardiging werd bewogen, eindigde daar Zijn boosheid. Hij zag alleen rond, maar sprak geen woord van berisping. En de blik zelf had meer medelijden dan verachting in zich, meer mededogen dan hartstochtelijkheid. De blik van onze Heere op die vergadering van tegenstanders verdient onze ernstige overweging. Hij wachtte lang genoeg bij dat rondzien, dat ieder door Zijn blik werd getroffen, zodat Hij iedereen liet weten wat met die aanschouwing bedoeld werd. Niemand ontkwam aan het onderzoekende licht, hetwelk er van dat oog zo vol uitdrukking op iedere boosaardige bespieder uitstraalde.”
Jezus’ almacht
Vervolgens geneest Jezus de man met de verschrompelde hand. Hij geeft hem alleen maar heel eenvoudig de opdracht om zijn hand uit te strekken. De man luistert naar Jezus. Op het moment dat hij zijn hand uitstrekt, is deze helemaal gezond. Wat een wonder! Hieruit blijkt niet alleen Jezus’ liefde, maar ook zijn almacht. Hij staat boven alles, ook boven ziekte en lichamelijke handicaps.
Voor deze week:
– Jezus berispte de Joden die Hem wilde aanklagen niet. Hij was boos, maar Hij was ook verdrietig. De Joden gingen Hem aan het hart. Wat heeft deze bewogenheid van Jezus jou te zeggen?
– Jezus genas de man met de verschrompelde hand in een oogwenk, alsof het niets was. Hieruit blijkt ook zijn almacht. Hij is groter dan wat voor probleem ook. Hij is ook groter dan al jouw zorgen. Geeft dit je troost?
Wat je moet weten over het Evangelie van Marcus
In de tijd van de Bijbel hadden ‘rabbi’s’ (geleerden) meestal leerlingen. Toen Jezus, Gods Zoon, op aarde was, had hij óók leerlingen. Eén van deze leerlingen was Petrus. Nadat Jezus weer was opgevaren naar de hemel, heeft Petrus’ leerling Marcus het Evangelie van Marcus geschreven. Marcus heeft Jezus Zelf op aarde niet meegemaakt. Maar Petrus heeft hem wel verteld welke wonderen Jezus op aarde deed, hoe Hij zich gedroeg en wat Hij zei. Dat alles heeft Marcus opgeschreven en zo ontstond het Evangelie van Marcus. Het woord ‘Evangelie’ komt uit het Grieks en betekent ‘goede boodschap’. Het Evangelie van Marcus gaat ook over een goede boodschap: de komst van Gods Zoon Jezus, de Redder, op aarde. Hij kwam op aarde met dit doel: God en mensen weer bij elkaar brengen. Daarover lees je uitvoerig in dit mooie bijbelboek.