Terug naar overzicht

Getuigenis Engelien van Tilburg

Getuigenis Engelien van Tilburg

Op 4-jarige leeftijd verloor mevrouw Van Tilburg haar moeder. Drie jaar daarna liet God haar zien dat Jezus met de dood heeft afgerekend. Maar de blijdschap en de vrede die dit met zich meebracht, vond ze niet terug in de rooms-katholieke kerk waarin ze opgroeide. “Rome heeft geen weet van het genadeverbond.”

Als ze wordt benaderd voor een interview voor IRS-magazine, aarzelt ze even. Het is niet de bedoeling dat zijzelf als persoon heel erg in het middelpunt komt te staan. Toch wil ze wel haar medewerking verlenen. Omdat ze weet dat protestanten het rooms-katholieke gedachtegoed niet altijd even goed begrijpen. Veel protestanten zijn geneigd om uitspraken van rooms-katholieken te bezien vanuit hun protestantse bril. Maar een rooms-katholiek denkt totaal anders, legt predikantsvrouw Engelien van Tilburg (58) uit in de pastorie van Waddinxveen.

Rust

Ze haalt een bekend citaat van kerkvader Augustinus aan: “Onrustig is het hart, totdat het rust vindt in God.” Al hebben rooms-katholieken net als protestanten veel met Augustinus’ geschriften, toch verstaat een rooms-katholiek volgens haar niet precies wat dit citaat inhoudt. “Waarschijnlijk denkt hij dat je rust krijgt als je in de hemel komt ofzoiets. Maar geloofszekerheid is er in zijn ogen niet. Het komt niet eens bij hem op dat er zoiets als zekerheid kan bestaan. Hij gaat er ook niet naar op zoek, want hij weet niet waar hij deze zoeken moet.”

En de rooms-katholieke leer? Daar komen rooms-katholieke theologen wel mee, maar de gemiddelde rooms-katholiek zegt deze niks. Zelf heeft mevrouw Van Tilburg de roomse leer pas op haar 29e geleerd, toen ze op cathechisatie in de hervormde kerk terechtkwam en toen heeft ze deze ook meteen verworpen. “Als protestanten zeggen wij: op grond van dit of dat … Maar een rooms-katholiek heeft geen grond. Het gebeurt dat een priester een interview geeft waarin hij Maria keurig achterwege laat. Wat hij zegt, klinkt heel protestants. Wat een protestantse journalist zich op dat moment niet realiseert, is dat die priester meteen na dat interview weer met een wierookvat aan de gang gaat.”

Uitkomst

Mevrouw Van Tilburg groeide op in een rooms-katholiek gezin in het Brabantse Dongen-Vaart en trouwde met een protestant. Haar man en zij lieten hun eerste vier kinderen nog rooms dopen. Ze waren toendertijd nog zoekende. Maar alles veranderde toen ze in de hervormde kerk cathechisatie kregen van ds. D.J. Budding, die hen “de leer der godszaligheid” uitlegde. “Mijn ogen werden geopend. Ik zag klaar en helder dat de Heere al in mijn leven begonnen was toen ik 7 jaar oud was.” Ze leerde van ds. Budding wat de leer der verzoening inhield. “Daar wist ik niks vanaf. De vergeving van zonden had ik altijd aan de biecht gekoppeld. Maar God heeft maar een norm: het bloed van Christus.” God sprak voor het eerst in haar leven toen de pastoor, net voordat ze de eerste communie moest doen, in de klas kwam. “Toen heb ik voor het eerst gehoord dat God de hemel en aarde heeft geschapen en dat Hij almachtig is. Hij zei ook dat de mens ongehoorzaam is geweest en dat daardoor de ziekte en de dood in de wereld gekomen zijn. Ineens begreep ik waar de dood, die zo’n realiteit voor me was, vandaan kwam. Toen vertelde de pastoor dat Christus gekomen was om de mens van de dood en de zonde te verlossen. Dit sloeg enorm bij mij naar binnen. Er was uitkomst voor de dood. En wij leefden op dat moment midden in de dood.” Nadat haar moeder was overleden toe zij vier jaar oud was, had de dood op het hele gezin gedrukt. “Maar nu was de donkerheid van de dood ineens weg. Ik ervaarde vrede en blijdschap in mijn hart. Dat zijn vruchten van de Heilige Geest. Er was geen angst meer, maar in plaats daarvan de vrede die alle verstand te boven gaat.”

Geen onderwijs

Ze wist dat dit van God kwam, maar ze wist niet hoe ze verder moest leven. De blijdschap en vrede die mevrouw Van Tilburg op dat moment ervaarde, vond ze niet terug in de rooms-katholieke kerk. “Ik kreeg geen onderwijs. Er was niets waaraan ik me kon optrekken. Ik was heel dankbaar en beloofde God om vanalles te doen. Op een keer deed ik mijn uiterste best om stil te zitten in de kerk en me nergens door af te laten leiden. Toen uit de kerk terug kwam, wist ik dat ik dit nooit meer op die manier wilde doen. Achteraf kan ik dit wel beredeneren. Ik zat in een stramien.” In tussentijd liet God haar weleens zien dat ze als mens totaal verdorven is en dat ze zichzelf niet kan verlossen. Maar verder leidde ze “een gewoon rooms leven”. “Ik had geen fundament om me aan te toetsen, geen onderscheidingsvermogen. Ik had alle kanten op kunnen gaan. Achteraf zie ik wel dat God me heeft bewaard. Hij heeft heel zachtkens met mij gehandeld.”

Onzekerheid

Als kind heeft mevrouw Van Tilburg de verandering van het Tweede Vaticaans Concilie (1962-1965) bewust meegemaakt. “Voor die tijd gold dat je wel in de hemel zou komen als je goed je plichten deed. Na die tijd niet meer.” Na het Tweede Vaticaans Concilie was het niet meer zo duidelijk. Er was nauwelijks meer een maatstaf waar rooms-katholieken aan moesten voldoen. Overigens had de Bijbel ook daarvoor al geen autoriteit. “Die wordt in de loop van de tijd elk keer weer anders uitgelegd. Dat God souverein is en almachtig, dat Hij door het spreken van een woord de hemel en de aarde kon scheppen, dat gelooft Rome niet. Hetzelfde geldt eigenlijk voor de herschepping. God is niet machtig genoeg om onze zonden te vergeven en een volkomen verzoening te bewerken. Is er geen verzoening, dan is er onzekerheid. Mensen zijn afhankelijk van de priesters, maar die weten het ook niet. Er heerst angst, waardoor de clerus macht kan uitoefenen. Want ja, bepaalde dingen die zij zeggen mochten toch eens waar zijn, wat dan? Ze hebben geen Woord om op terug te vallen.”

Volgens mevrouw Van Tilburg denkt Rome dat wij heimelijk nog “een lijntje met God hebben” en is de mens vanuit zichzelf niet volkomen van God vervreemd. Toen haar man tijdens hun verkeringstijd tegen haar zei dat hij in het bestaan van Adam en Eva geloofde, lachte ze hem hartelijk uit. “Ik dacht toen: ja, vroeger geloofde iedereen nog in Adam en Eva, maar wij weten inmiddels wel beter”, zegt ze.

Alverzoening

“Rome heeft geen weet van het genadeverbond”, weet ze nu. “De algemene werkingen van de Geest worden gezien als bijzondere werkingen. Daardoor zijn wij volgens Rome in staat om goed te doen.” Volgens mevrouw Van Tilburg gelooft Rome uiteindelijk in de algemene verzoening. “Je kunt het zien als een soort piramide. Rome denkt dat zijzelf helemaal bovenin staan, dat zij het dichtst bij de waarheid zitten. Maar ook andersgelovigen komen er wel. Zij hebben alleen een langere weg nodig.” “Zaligmakende genade kent Rome niet. Als Jezus tegen de moordenaar zegt dat hij heden met Hem in het paradijs zal zijn, vatten ze Zijn woorden als volgt op: Eerst moet je nog in het vagevuur en daarna kom je bij Mij.”

Bron: IRS-magazine 2013 nr. 4.

Terug naar overzicht