Getuigenis van Patrick Mandier
Al op jonge leeftijd had de Franse Patrick Mandier twijfels over de religieuze regels die hij van huis uit meekreeg. Na een gesprek met een voorganger begreep hij de boodschap van de Bijbel. Ooit stuurde Mandier ons zijn levensverhaal op, dat we (in bewerkte vorm) publiceerden in decembernummer van IRS-magazine in 2012.
Als kind had Patrick Mandier (43) al vragen over het geloof. “Ik was geïnteresseerd in het idee dat God bestaat, maar ik kende Hem niet, en het beeld dat ik van God had door de religie om mij heen, bracht me in verwarring. De atmosfeer in de kerken, de beelden en de schilderijen die Bijbelse taferelen weergaven, maar ook de religieuze tradities konden me niet verzadigen. Ik realiseerde me dat toen nog niet, maar ik twijfelde en vroeg me af of die dingen inderdaad zo door God bedoeld zijn”, schrijft hij.
Traditie
Mandier groeide op in een rooms-katholiek gezin in Frankrijk. Veel van zijn familieleden waren diep religieus. Volgens Mandier kwam hun overtuiging niet voort uit een opwekking of een keuze, maar uit een gevestigde traditie: “Mijn ouders zijn katholiek, en Frankrijk is een katholiek land, dus ben ik ook katholiek.”
Vragen
De jonge Patrick had moeite met de regels die het rooms-katholicisme voorschreef. Onder meer met het bidden van het rozenkransgebed. Om dat te doen als je 14 jaar oud bent, wanneer je meer geïnteresseerd bent in voetbalwedstrijden dan in religie, is moeilijk; ik stelde mezelf vragen als: “Wil God inderdaad dat we op deze manier bidden?” En ik bedacht dat als God werkelijk wil dat mensen twee uur lang gebeden opzeggen, dit drie dingen kan betekenen: 1) Hij is doof en wij moeten gebeden telkens maar weer herhalen totdat Hij ze kan horen, of 2) Hij is een wrede God Die er genoegen in heeft ons iets te laten doen dat zo saai is, of 3) Hij is weinig in ons geïnteresseerd en Hij vindt het prima als we ons met zulke tradities bezighouden. Zonder te weten wat ik ervan moest denken, heb ik de vraag maar laten liggen voor later.”
Zelf de Bijbel lezen
Daarnaast wilde het er bij Mandier niet in dat hij niet zelf de Bijbel mocht lezen. Hij herinnert zich dat hij samen met zijn nicht een vriendin van haar bezocht. Terwijl zij met elkaar spraken, merkte hij op dat er op een plank boven de open haard een Bijbel lag. “Het leek erop alsof iemand de Bijbel genomen had om erin te lezen en hem vervolgens daar had neergelegd. Ik vroeg de vriendin of zij de Bijbel aan het lezen was, maar voordat ze de kans kreeg om te antwoorden, deed mijn nicht dat voor haar: “Je moet de Bijbel niet zelf lezen, maar je moet eerst gestudeerd hebben om de Bijbel goed te kunnen interpreteren.””
Begrijpelijk voor iedereen
Dit ontstelde Mandier nogal. “Als het mogelijk moet zijn om God te leren kennen, dan zou dat op een betrouwbare wijze moeten kunnen. Dan zou Zijn openbaring op schrift moeten staan en niet alleen volgens een mondelinge traditie, waarin de waarheid gemakkelijk veranderd kan worden, overgeleverd moeten worden”, schrijft hij. “En als God tot ons spreekt, dan moeten we een referentiemiddel hebben dat ons helpt om te weten en te controleren of Hij werkelijk tot ons gesproken heeft. Datzelfde referentiemiddel zou dan begrijpelijk moeten zijn voor iedereen, en niet alleen voor een geleerde elite.”
Gebed
Mandier had ook vragen over Jezus. Hij kende sommige verhalen uit de Bijbel van de catechisatie, maar de boodschap van de Bijbel begreep hij niet. De verhalen leken allemaal één ding gelijk te hebben: ze speelden zich af rondom de persoon van Jezus. Maar Wie Jezus precies was, wist hij niet. Toch sprak Mandier in zijn gebeden heel persoonlijk tot God. “Als ik bij mijn ouders op het platteland was, ging ik ’s avonds, als iedereen sliep, graag wandelen. Ik keek naar de hemel en praatte tegen God zoals iemand met een vriend praat. Ik vertelde Hem wat ik die dag beleefd had en maakte Hem ook mijn plannen en mijn dromen bekend.”
Getuigenis via de radio
Toen Mandier in Grenoble toerisme ging studeren, kreeg hij nog meer vragen. Op een dag luisterde hij naar een radiozender waarop iemand een getuigenis gaf van hoe hij God had leren kennen en hoe hij dagelijks wandelde met Hem. “Dit was een schok voor mij, want alles wat ik in mijn jeugd had gezien, was een lijst van tradities en regels waar mensen zich aan behoren te houden. Daar was een bepaald geloof in God, maar geen echte liefde voor of een begrip van God. In mijn familie ging men weliswaar naar de kerk, maar had het geloof geen echte uitwerking op de wijze van leven, of bij de keuzes die gemaakt moesten worden. Wanneer er een beslissing genomen moest worden, werd God nooit geraadpleegd. Door het getuigenis dat ik hoorde, realiseerde ik mij dat God niet alleen in de grote beslissingen van het leven, maar ook in de kleine keuzes altijd geraadpleegd zou moeten worden, als we werkelijk in Hem geloven. Hij weet wat onze behoeften zijn en wat het beste voor ons is.”
Christelijke boeken
Mandier hoorde op deze radiozender nog meer persoonlijke getuigenissen. Hij wilde ook zo’n relatie met God hebben, maar hij begreep niet hoe dat mogelijk was. Toen hij aan het eind van zijn studie was gekomen, moest hij weer vertrekken uit Grenoble. Maar eigenlijk wilde hij er blijven, om meer te weten te komen over het leven met de Heere. Hij besloot de radiozender te bellen om te vragen waar hij christelijke boeken kon kopen. Tijdens zijn militaire dienstplicht die daarna volgde, had hij veel tijd om christelijke boeken te lezen. Vele nachten bracht hij lezend door. Tijdens de laatste verlofweek voor het einde van zijn dienstplicht zag hij in een christelijke boekhandel een aankondiging van een evenement in het gebied waar hij vandaan komt. Tijdens dit evenement was het mogelijk om vragen te stellen aan een voorganger of geestelijke.
Vragen aan een voorganger
Zo gebeurde het dat Mandier op 31 mei 1993 een gesprek aanging met een voorganger van een evangelische gemeente in Grenoble. Hij vroeg deze wat de boodschap van de Bijbel is en of God werkelijk van hem vraagt dat hij de tradities van zijn jeugd trouw opvolgt. Deze voorganger legde hem de boodschap van de Bijbel uit. Hij vertelde hem over de schepping, de zondeval en de reden waarom Jezus op aarde was gekomen. Daardoor begreep Mandier wie God was en wat de zonde betekende.
“In feite is de zonde elke daad die gedaan wordt buiten de wil van God om. Zonde is niet alleen stelen, doden of liegen, maar kan ook de vorm aannemen van trots, een vals getuigenis, en zelfs iets goeds weten te doen en het niet te doen”, schrijft Mandier.
Unieke boodschap
Hij zag in dat God rechtvaardig is en dat dit vereist dat Hij de mens veroordeelt vanwege de zonde. Maar God is ook liefde. Hij haat de zonde, maar heeft erin voorzien dat de mens gered kan worden van de straf die hij verdient. Jezus kwam op aarde om deze veroordeling op Zich te nemen. “Op deze wijze is aan de rechtvaardigheid van God voldaan en heeft Hij ook Zijn liefde betoond, want het heeft God een prijs gekost”, schrijft Mandier. “De Bijbel zegt: “Want alzo lief heeft God de wereld gehad, dat Hij zijn eniggeboren Zoon gegeven heeft, opdat ieder die in Hem gelooft, niet verloren gaat, maar eeuwig leven heeft” (Joh. 3: 16). “Dit is een unieke boodschap. Andere godsdiensten kunnen geen van alle de verklaring geven voor de toestand van de wereld.”